Het Open Network Video Interface Forum (ONVIF) werd tien jaar geleden opgericht met als doel het streven naar standaardisatie. Hierdoor wordt het eenvoudiger om componenten van verschillende fabrikanten te gebruiken in één beveiligingssysteem. Opgericht door Axis Communications, Bosch Security Systems en Sony Video Security, groeide het aantal leden snel. Sinds 2010 wordt niet meer uitsluitend gericht op IP-videosystemen, maar ook op fysieke toegangscontrole. Nog dit jaar verwacht ONVIF het tienduizendste product te verwelkomen dat conform is aan één of meer van de zes ‘profielen’ die het afgelopen decennium zijn gepubliceerd.

Camera’s, recorders of kaartlezers bij de deur: eindgebruikers staan er niet altijd bij stil dat het niet vanzelfsprekend is dat verschillende componenten van een beveiligingssysteem moeiteloos met elkaar kunnen communiceren. De producten beschikken over een netwerkaansluiting en zullen ‘dus’ wel met en naast elkaar kunnen werken, is de gedachte. Fabrikanten ontwikkelen echter hun eigen protocollen en in de praktijk wordt zelden met producten van één fabrikant gewerkt. Om eindgebruikers en installateurs zoveel mogelijk keuzevrijheid te geven bij het ontwerpen van beveiligingssystemen, werd tien jaar geleden ONVIF opgericht.

“IP was toen al enige tijd bezig aan een sterke opmars in security. Het aantal verschillende types IP-camera’s, netwerk videorecorders en video management software nam in hoog tempo toe. De tijd was rijp om tot standaardisatie te komen, omdat anders vroeger of later door de bomen het bos niet meer te zien zou zijn. Door als fabrikanten te werken op basis van standaarden wordt het eenvoudiger om verschillende merken toe te passen binnen één beveiligingssysteem en daar heeft de eindgebruiker baat bij. Niet alle fabrikanten zagen het echter aanvankelijk zitten om technische specificaties te delen met hun concurrenten”, herinnert Stuart Rawling, director bij Pelco, die als voorzitter van het Communication Committee van meet af aan is betrokken bij ONVIF. “De koudwatervrees werd overwonnen en inmiddels zijn ruim vijfhonderd bedrijven uit bijna veertig landen aangesloten bij ONVIF. En nog dit jaar zal het aantal producten die voldoen aan één of meer profielen boven de tienduizend uitkomen. Dat bewijst dat de noodzaak voor standaardisatie in de beveiligingsbranche de afgelopen tien jaar eigenlijk alleen maar is toegenomen.”

Profielen

De eerste jaren was ONVIF alleen gericht op IP-videosystemen, maar sinds 2010 wordt ook aandacht besteed aan fysieke toegangscontrole. Stuart Rawling: “Sinds de start in 2008 is ONVIF snel gegroeid. In 2011 waren reeds driehonderd bedrijven aangesloten en voldeden duizend producten aan het eerste Profile S. In 2015 was het aantal conforme producten toegenomen tot ruim vijfduizend en inmiddels zijn het er dus bijna tienduizend. Bedrijven en organisaties zien steeds meer de toegevoegde waarde in van de toenemende hoeveelheid data die door hun systemen wordt verzameld en geanalyseerd. Door systemen te koppelen kunnen deze efficiënter en intelligenter worden ingezet. We verwachten dat beveiligingssystemen en andere gebouwbeheersystemen in de toekomst één gebruikersinterface zullen delen. ONVIF zal het belang van standaardisatie blijven onderstrepen en promoten.”

Het technische samenwerkingsverband heeft in tien jaar tijd zes profielen opgesteld die ieder betrekking hebben op verschillende toepassingen van IP-videosystemen en fysieke toegangscontrolesystemen. Het eerste profiel was Profile S in 2011 voor onder meer videostreaming, de configuratie van videosystemen, PTZ-bediening van camera’s, audio, ondersteuning van conforme apparaten en clients. Profile S is nog altijd het meest toegepaste profiel van ONVIF. In 2013 werd Profile C gepubliceerd voor basic IP-toegangscontrole, in 2014 gevolgd door Profile G voor het lokaal opslaan en ophalen van camerabeelden in de camera (‘edge storage’) en in 2016 door Profile Q voor snelle installatie van systemen, terwijl in 2017 Profile A werd gepubliceerd dat betrekking heeft op configuratie van toegangscontrolesystemen. Nieuw is Profile T voor geavanceerde videostreaming. Dit profiel ligt nog ter inzage en wordt nog dit jaar gepubliceerd.

Erkenning

De profielen van ONVIF zijn erkend door internationale normalisatie-instellingen als de International Electrotechnical Commission (IEC) en Cenelec en worden in toenemende mate toegepast in grootschalige infrastructuren waar steeds meer sensoren en apparaten worden gekoppeld, zoals ‘Safe City’ initiatieven, IoT-toepassingen en intelligente gebouwautomatisering. Stuart Rawling: “Iedereen heeft het over het Internet of Things en Artificial Intelligence. De mogelijkheden lijken eindeloos, maar veel is nog onbekend terrein. Het koppelen van systemen biedt nieuwe kansen, maar leidt ook tot nieuwe risico’s. Denk aan deurbellen die via WiFi met het netwerk zijn verbonden. Terecht is er veel aandacht voor cybersecurity, maar tegelijkertijd wint gebruiksgemak het in de praktijk maar al te vaak van veiligheid. Ieder bedrijf of organisatie heeft dagelijks te maken met risico’s, al heeft niet iedereen dat even goed in de gaten. Ook hierbij is een rol weggelegd voor ONVIF.”

Plugfest

Om samenwerking op technisch gebied te stimuleren en standaarden in de praktijk te testen, organiseert ONVIF regelmatig het ONVIF Developers Plugfest (ODP). De achttiende editie vond in juni plaats in de Zweedse stad Malmö. Deelnemers aan het ODP zijn ontwerpers en softwareontwikkelaars van bij ONVIF aangesloten bedrijven. Gedurende meerdere dagen kunnen zij testen in welke mate hun producten voldoen aan de specificaties zijn zijn omschreven in de profielen van ONVIF en hoe producten werken in combinatie met producten van andere fabrikanten. Deze testen moeten de interoperabiliteit tussen conforme producten verzekeren. Aan het Plugfest in Malmö namen 62 deelnemers van 26 aangesloten bedrijven deel uit zestien landen. Tijdens het driedaagse evenement werd in totaal bijna 450 uur aan testtijd geregistreerd, ruim boven het eerdere record van driehonderd uur testtijd. Voor het eerst werd ook het nieuwe Profile T voor geavanceerde videostreaming meegenomen in de testprocedures.

BEVEILIGING editie juni 2018