In welke wijken, buurten en types woningen is het risico op inbraak, straatroof of overvallen hoger dan gemiddeld? Waar neemt de overlast door personen met verward gedrag of huiselijk geweld het meest toe? Dankzij het cluster Intelligence beschikt de gemeente Tilburg altijd over een actueel beeld van de veiligheidssituatie binnen de gemeentegrenzen. In één centrale database worden gegevens ingevoerd waardoor het mogelijk is via een dashboard cijfers in kaart te brengen variërend van bij de politie bekende delicten tot gegevens over veelplegers en vroegtijdige schoolverlaters. Verdiepende analyses maken duidelijk hoe veiligheidsproblemen in elkaar steken en wat het effect is van genomen maatregelen.

Het huishoudboekje en papieren bankafschriften hebben voor de meeste mensen definitief afgedaan, maar ze verschaften wel een helder overzicht van de financiële situatie van een gezin of onderneming. Het handmatig bijhouden van de inkomsten en uitgaven betekent natuurlijk nog niet dat daarmee ook de begroting sluitend is, alle uitgaven zijn te verantwoorden of kosten worden bespaard. Maar het kan wel een eerste stap in de goede richting zijn. Vergelijkbaar is in zowel het publieke als private veiligheidsdomein de trend waarneembaar om steeds grotere hoeveelheden data te verzamelen. Of het nu gaat om klantgedrag in winkels, crowdcontrol tijdens evenementen of de doorstroming van het verkeer in drukke binnensteden. Met sensoren als intelligente bewakingscamera’s worden onder meer geslacht, leeftijd, kleding, looproute en zelfs de gelaatsuitdrukking en wachttijd bij de kassa van personen en kentekens, merk en type van voertuigen minutieus in kaart gebracht. Maar ook alle handelingen van een elektronisch toegangscontrolesysteem worden opgeslagen: hoe vaak wordt iedere deur of tourniquet dagelijks gepasseerd, wanneer is het ‘spitsuur’ en aan wie werd toegang geweigerd?

Harde cijfers

Achterliggende gedachte is dat dergelijke gegevens waardevolle inzichten kunnen geven over bijvoorbeeld de veiligheid in een gebouw of stadsdeel. En dat beleidsmaatregelen beter zijn af te stemmen op de realiteit door deze te baseren op ‘harde cijfers’ en niet op basis van enkel ‘buikgevoelens’. Echter, om die tweede stap ook daadwerkelijk waar te maken is alleen het vastleggen van data onvoldoende. De cijfers moeten op de juiste wijze geïnterpreteerd worden: welke dwarsverbanden komen aan het licht, hoe zeker is het één te relateren aan het ander? Dat laatste is voor veel organisaties nog onontgonnen terrein, maar al geruime tijd gemeengoed voor de gemeente Tilburg. Sinds 2012 draagt het cluster Intelligence bij aan een veiligere stad. Onder andere door het continu verzamelen en vertalen van data uit diverse bronnen tot één centraal en actueel beeld van de veiligheidssituatie, het uitvoeren van analyses om te begrijpen hoe veiligheidsproblemen in elkaar steken en het meten van het effect van maatregelen opdat beleid kan worden bijgestuurd. De ruime ervaring die hiermee de afgelopen jaren is opgedaan wil de gemeente graag delen met andere gemeenten.

Informatiepositie

Centraal in de drukke binnenstad van Tilburg vormt de werkplek van het cluster Intelligence een oase van rust. Pal naast het station heeft de gemeente gedurende een ingrijpende renovatie van het belangrijkste gemeentekantoor elders in het centrum onderdak gevonden in een gebouwencomplex dat als blikvanger een hoge woontoren heeft die wordt gekenmerkt door balkons die aan de gevel lijken te zweven, in de volksmond ‘vogelkooitjes’ gedoopt. Vanaf één van de hoger gelegen etages van het tijdelijke ‘Stadskantoor 6’ kunnen de vijf medewerkers van het cluster Intelligence zich zowel letterlijk als figuurlijk van bovenaf een beeld vormen van de stad. De met ruim 215.000 inwoners zevende grootste gemeente van Nederland (Tilburg werd onlangs na een gemeentelijke herindeling in het noorden van het land ingehaald door Groningen) is een lappendeken van wijken en buurten die op het oog vaak gemakkelijk zijn toe te kennen aan een bepaalde periode. De vooroorlogse volkswijken binnen de ringbanen, typische hoogbouw uit de jaren vijftig en zestig, tuinwijken en tikje sombere bouwstijl uit de jaren zeventig en tachtig en kleurrijkere nieuwbouw van meer recente datum. Allemaal met hun eigen geschiedenis, bevolkingssamenstelling en bijbehorende veiligheidsvraagstukken.

“Het cluster Intelligence is geen gemeentelijke inlichtingendienst. We sporen niemand op en richten ons niet op specifieke buurten of groepen bewoners”, helpt Marit Beijers, kennismakelaar Veiligheid bij de Gemeente Tilburg, een mogelijk misverstand uit de wereld. “Het cluster valt deels onder de afdeling Veiligheid en Wijken en deels onder het informatie- en kenniscentrum van de afdeling informatievoorziening. Dit is een bewuste keuze om ervoor te zorgen dat we raakvlakken met beide afdelingen houden, omdat zowel de inhoudelijke als de technische invalshoek belangrijk zijn. Ons werk is voornamelijk gericht op het vertalen van data met als doel ondersteuning van de afdeling Veiligheid en Wijken. We spreken ook periodiek de burgemeester en de lokale driehoek bij over de actuele stand van zaken. Dankzij analyses en inzicht in de actuele situatie kunnen strategische keuzes worden gemaakt. De gemeente, maar ook partners als de politie, kunnen op basis hiervan regie voeren op persoonsgerichte, gebiedsgerichte en delictgerichte aanpakken.” Naast de kennismakelaar Veiligheid bestaat het team uit een informatieanalist, datascientist, criminoloog en informatiecoördinator ondermijning.

Misdaadmeter

De belangrijkste aandachtsgebieden op veiligheidsgebied waarin de komende jaren in Tilburg vooral wordt geïnvesteerd zijn vastgelegd in het Integraal Veiligheidsplan 2019-2022. Hierin is te lezen dat Tilburg in de Misdaadmeter van het Algemeen Dagblad de laatste jaren is gedaald van de derde naar de 22ste plaats. Het aantal woninginbraken is medio 2018 64 procent lager dan in 2011, het aantal geweldzaken daalde in dezelfde periode met 26 procent, met het aantal straatroven en overvallen als sterkste dalers: straatroven met 62 procent en overvallen met 74 procent. Het totaal aantal aangiften van zichtbare criminaliteit nam 26 procent af ten opzichte van 2011. Daar staat tegenover dat overlast door personen met verward gedrag het afgelopen jaar toenam met 10 procent, het aantal zedendelicten tussen 2011 en medio 2018 steeg met 25 procent. In dezelfde periode nam de jeugdoverlast toe met 23 procent en in 2018 was sprake van een afname van de meldingsbereidheid ten opzichte van 2014 (met 4,7 procent). Ook de minder zichtbare criminaliteitsvormen zoals ondermijning en radicalisering vroegen de afgelopen jaren om aandacht.

Convenant

Hoewel het accent ligt op analyse van data, begint het werk van het cluster Intelligence vergelijkbaar met het aloude huishoudboekje met het in kaart brengen van de actuele situatie. Hiertoe wordt overigens geen gebruik gemaakt van sensoren als ‘slimme’ camera’s op straat. De informatie is onder meer afkomstig uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en Basisregistratie Personen, maar het cluster krijgt ook inzage in alle delicten die bekend zijn bij de politie. Marit Beijers: “Hiertoe hebben we strakke afspraken gemaakt met de politie. In een convenant is uitgebreid omschreven hoe de data mag worden verwerkt en hoe lang de gegevens worden bewaard. Het betreft een wekelijks overzicht van alle bekende delicten in de stad, ook als er geen aangifte van is gedaan. De gegevens zijn alleen bedoeld voor onderzoek en niet herleidbaar tot personen.”

Dashboard

Om de data inzichtelijk te maken, is een dashboard ontwikkeld dat voortdurend wordt uitgebreid met nieuwe functies en thema’s. Het dashboard is uitsluitend toegankelijk voor de teammanagers Veiligheid en Wijken en specialisten op veiligheidsgebied. Zij dienen zich persoonlijk aan te melden en zien alleen data die relevant is voor hun functie. Het overzicht beperkt zich niet tot een opeenstapeling van cirkel- en staafdiagrammen. Door informatie te verwerken in verschillende lagen wordt het mogelijk om kaarten over elkaar heen te leggen op een plattegrond van Tilburg.

Marit Beijers: “Als het bijvoorbeeld gaat over woninginbraken brengen we eerst in kaart wat we weten over onder meer de daders, slachtoffers en locaties. Wordt vooral toegeslagen bij woningen of bedrijven nabij uitvalswegen? Gaat het om koopwoningen of huurwoningen, gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar of studenten? Wat zijn de verschillen per periode zoals de bekende ‘donkere dagen’ of per week? Zo kunnen we risicoprofielen opstellen. Als blijkt dat meer dan gemiddeld wordt ingebroken in hoekwoningen uit een bepaald bouwjaar die worden bewoond door gezinnen met jonge kinderen, kunnen daar gericht preventieve maatregelen worden ingezet. Door de informatie geografisch weer te geven ontstaan nieuwe inzichten. Denk aan buurten waar veelplegers wonen: betekent dat dan ook dat er meer woninginbraken plaatsvinden in een straal om die buurten heen? Op een plattegrond valt direct op dat het aantal inbraken hoger is in buurten langs drukke uitvalswegen, terwijl er juist minder woninginbraken worden gepleegd in woningen aan het eind van doodlopende straten. Als je data op die manier weergeeft in plaats van in tabellen zit iedereen op het puntje van zijn stoel.”

Effect

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) constateert dat steeds meer gemeenten investeren in intelligence. Om gemeenten te helpen bij het versterken van hun informatiepositie is onder meer een webdossier ontwikkeld en organiseert het CCV werkbezoeken met kleine groepen deelnemers aan gemeenten en organisaties die voorop lopen in het delen van goede informatie met hun samenwerkingspartners. “In Tilburg draagt het cluster Intelligence er aan bij dat het effect van bijvoorbeeld keurmerken in de praktijk beter kan worden getoetst”, zegt Lilian Tieman, adviseur bij het CCV. “Neem het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). In een wijk met een redelijk aantal PKVW-gecertificeerde woningen nam het aantal inbraken toe. Je zou daaruit kunnen concluderen dat het keurmerk weinig effect heeft gehad. Op adresniveau bleek echter dat de inbraken woningen zonder het PKVW betroffen. Inzicht en analyse in data helpt bij het treffen van preventieve maatregelen en er kan meer maatwerk worden geboden. Denk aan gegevens over mensen met schulden of jongeren die vroegtijdig school verlaten.”

Voor de nabije toekomst ziet Marit Beijers ook een grotere kruisbestuiving tussen het cluster Intelligence en de zorgsector. “Als bijvoorbeeld het aantal meldingen van overlast door personen met verward gedrag toeneemt, kunnen we daarop een analyse uitvoeren. Hebben andere gemeentelijke instanties al contact met deze personen, is er een relatie met schuldhulpverlening? Dergelijke dwarsverbanden helpen bij de ontschotting tussen zorg en veiligheid en maken eerder ingrijpen mogelijk.”

BEVEILIGING editie mei 2019